Motorcross

Spannende strijd in wereldkampioenschap zijspancross

Aanstaande weekeinde heeft de Grote Prijs van Duitsland zijspancross plaats. Titelverdedigers Ben Adriaenssen en Ben van den Bogaert staan eerste in de tussenstand van het kampioenschap, maar de verschillen in de top vijf zijn klein.

Na het letterlijk in het water vallen van de Grote Prijs van België zijspancross afgelopen weekend (door de recente hevige regenval was MC Maasland genoodzaakt het evenement af te lassen*) trekken de zijspancrossers naar het Duitse Strassbessenbach, iets ten westen van Frankfurt. Voor de liefhebbers is dat een mogelijkheid om de zijspanrijders redelijk dicht bij huis (zo’n 300 kilometer van de grens) aan het werk te zien.

Bovendien is de strijd in die categorie spannend met drie Belgische équipes bij de eerste tien in de voorlopige tussenstand voor het wereldkampioenschap waar de verschillen aan de top klein zijn.  De koppositie wordt ingenomen door Ben Adriaenssen en Ben van den Bogaert, het kampioensduo van 2013. De twee ‘Bennen’ hebben 24 punten voorsprong op landgenoten Jan Hendrickx en Elvijs Mucenieks (in 2013 derde in de eindstand). Zij worden weer op de voet gevolgd door het Britse duo Stuart Brown-Josh Chamberlain en het Nederlandse span Etienne Bax en Kaspars Stupelis (met één respectievelijk vier punten achter op Hendrickx-Mucenieks). Tot nu toe is er niemand die echt het laken naar zich toegetrokken heeft: in de acht Grote Prijzen die er al gereden zijn, zijn er zes verschillende winnaars geweest. “De top vijf hangt redelijk kort bijeen,” zegt Jan Hendrickx. “Iedereen is heel regelmatig en de top vijf is altijd hetzelfde. Voor het kampioenschap is dat mooi. Op dit moment is het redelijk spannend.”

Titelverdediger Ben Adriaenssen zegt dat de top dit jaar breder is en dat daarom ook de vorm van de dag bepaalt wie er wint. En zelf voelt hij meer dan hij verwacht had de druk van de titel. “Die heb ik onderschat. Het is veel gemakkelijker om de titel te behalen dan te verdedigen. Als je nooit kampioen bent geweest, verwacht ook niemand wat van je. Nu verwacht iedereen dat je die titel weer haalt. En alle rijders kijken naar mij. Er hangt bij wijze van spreken een groot rood kruis op mijn rug. We doen ons best, meer kunnen we niet doen,” aldus Adriaenssen.

Hij heeft echter de pech dit seizoen een ‘domme’ blessure te hebben opgelopen, een los botje in zijn voet. Dat heeft hij opgelopen bij het aanstampen van de motor. “Dat kan geopereerd worden, maar dan kan ik niet rijden. Dus nu is het: pijn lijden of opereren. Tijdens het rijden zelf valt het nog mee, maar op de training (looptraining) is het lastig om voluit te gaan. Ik moet ermee leren omgaan.”

Inspanning en ontspanning

Zijspancrossers staan in de schaduw van de solorijders. Als er over motorcross bericht wordt, is het meestal over de soloklassen, minder over de zijspansport. Maar de zijspanrijders hebben het minder makkelijk dan hun solo-collega’s. De top van de soloklassen kan zich helemaal wijden aan de sport. Zijspancrossers werken overdag. ‘s Avonds trainen ze en werken ze aan de motor. En in de winter moeten ze zien dat sponsorgeld bijeen kunnen krijgen. Maar ondanks dat – of misschien wel dankzij – zijn ze bezeten van de sport. Jan Hendrickx: “In de zijspansport kent iedereen elkaar. Het is één grote familie. Er is een goede sfeer bij de rijders onder elkaar. Een weekend GP is niet alleen inspanning maar ook ontspanning.”

Ben Adriaenssen (25) en Jan Hendrickx (31) zijn jong begonnen met zijspansport. Het is niet meer zoals enkele tientallen jaren geleden dat solorijders die wat ouder waren en niet meer mee konden, naar de zijspannen overstapten. Hendrickx was 20 jaar toen hij na vier jaar wielrennen naar het zijspancrossen ging. Adriaenssen startte al op zijn vijftiende. “Dat ging van vader op zoon. Mijn vader reed al motorcross, eerst solo, dan zijspan. Ik ging altijd mee en had een klein zijspan. Ik wilde toen ook wedstrijden gaan rijden. Mijn vader is op dat moment gestopt. Twee zijspannen onderhouden is niet mogelijk, zeker niet in de amateurklassen. Het leuke van zijspan? Ik denk dat het een passie is die in je genen zit,” zegt Adriaenssen. Hendrickx zit in een vergelijkbare situatie: “Mijn oom reed met de zijspan en zo is dat gekomen. Als het niet in de familie zit, dan stap je niet rap op de zijspan.” Zijspanrijden is ook een teamsport. Hendrickx: “Dat is het mooie eraan. Je bakkenist moet aanvoelen of je een ander links of rechts wil passeren.” Adriaenssen zegt dat de bijrijder even belangrijk is. “Je stuurt immers met twee. Met je passagier moet het klikken.”

* De BMB heeft op aanvraag van de organiserende club, MC Maasland, aan de FIM (de internationale federatie) gevraagd of er een mogelijkheid bestaat om de wedstrijd in Genk te verplaatsen naar een andere datum. Er wordt momenteel  nog gewacht op hun reactie.

Partners

Back to top button