Algemeen

FEBIAC en FMB/BMB vragen aangepaste parkings voor gemotoriseerde tweewielers

FEBIAC (de Belgische federatie van de auto- en tweewielerindustrie) en de Belgische Motorrijdersbond FMB/BMB vragen aandacht voor het parkeren van motoren en scooters. Bij motor- en scooterrijders bestaat er door verschillende – niet steeds logische – wijzigingen in de wegcode de laatste jaren immers verwarring, zeker als het gaat om zones met beperkt en betalend parkeren.

De aanleg van specifieke parkings en een uitbreiding van de betaalmogelijkheden via SMS of een app kunnen aan dit probleem tegemoet komen.

Eén van de grote voordelen van de motor en de scooter is dat ze weinig plaats innemen als ze geparkeerd worden, zeker in steden waar de parkeermogelijkheden sowieso beperkt zijn. In grote hoofdsteden als Parijs en Londen zijn al lange tijd ruime parkeervakken voor motoren voorzien. Meer en meer steden in ons land (zoals Gent, Brussel en Brugge) richten ook speciale parkings in voor motorfietsen en scooters, aangegeven met een ‘P’-bord en een pictogram van een motorfiets. Bij verschillende tankstations langs de snelwegen houden de maatschappijen ook meer rekening met motorrijders en hebben ze bij de ingang van de shop niet alleen parkeerplaatsen voor auto’s, maar ook speciaal aangeduide parkeerplaatsen voor gemotoriseerde tweewielers.

 

Parkeren wanneer geen specifieke parkeerzone is voorzien

In de wegcode zijn er algemene regels (artikel 23), waarbij op specifieke punten naar de motor wordt verwezen. In principe moet elk ‘stilstaand of geparkeerd voertuig’ rechts ten opzichte van de rijrichting opgesteld worden en evenwijdig met de rand van de rijbaan. Maar ‘motorfietsen zonder zijspan of aanhangwagen’ mogen haaks op de rand van de rijbaan staan “…voor zover zij daarbij de aangeduide parkeermarkering niet overschrijden.” In art. 23.4 staat verder dat “…motorfietsen op de trottoirs (zowel binnen als buiten de bebouwde kom) en, binnen de bebouwde kom, op de verhoogde bermen (mogen) worden opgesteld, zonder het verkeer van de andere weggebruikers te hinderen of onveilig te maken.” De eerdere regel dat 1,50 meter op de voetpaden moet worden vrijgehouden, is niet meer van toepassing. Die maatregel werd vernietigd in 2012 door de Raad van State op vraag van het Brussels gewest en sindsdien is er verwarring bij de motorrijders blijven bestaan, omdat de eigenlijke bedoeling van de Brusselaars was om het parkeren op de voetpaden te verbieden. Stijn Vancuyck: “Parkeren op voetpaden is dus nog altijd toegelaten. Toch roepen we de motorrijders op om voldoende ruimte vrij te houden zodat er steeds een vrije doorgang is voor de voertgangers, rolstoelen en kinderwagens. Indien er voldoende specifieke motorparkings zouden zijn, vervalt de noodzaak om op de voetpaden te parkeren.”

 

Blauwe zone: moeilijke situatie voor trikes

Voor motorfietsen en scooters moeten de rijders geen parkeerschijf zetten in een blauwe zone. Weinig motorrijders zijn zich daarvan bewust. In maart dit jaar is er bovendien een een wijziging doorgevoerd waarvan wellicht nog minder mensen op de hoogte zijn, omdat er helemaal geen ruchtbaarheid aan werd gegeven. De wet stelt nu: “Elke bestuurder die, op een werkdag of op de dagen vermeld op de signalisatie, een auto, een vierwielige bromfiets, een driewieler met motor of een vierwieler met motor parkeert in een zone met beperkte parkeertijd, moet op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig een parkeerschijf aanbrengen, die overeenstemt met het model dat bepaald is door de Minister van Verkeerswezen.”

Stijn Vancuyck, adviseur gemotoriseerde tweewielers FEBIAC, denkt dat die aanpassing bedoeld is voor de ‘brommobielen’, de kleine auto’s met een bromfietsmotor die een maximum snelheid van 45 kilometer per uur halen. “Die hebben een carrosserie en kunnen inderdaad een parkeerschijf achter de voorruit plaatsen,” aldus Vancuyck. Volgens hem zijn hier de driewielige ‘trikes’ over het hoofd gezien: motorfietsen en scooters met twee achterwielen of met twee voorwielen (type Can Am Spyders en Piaggio MP3) over het hoofd gezien. “De rijders ervan kunnen moeilijk een schijf op hun voertuig plaatsen omdat die wegwaait, of door anderen wordt meegenomen. In geval van een boete kan je nooit bewijzen dat je wel de schijf had gezet,” aldus Vancuyck. “Ook aan de lichte vierwielers zoals de Renault Twizzy werd niet gedacht. Die heeft wel een voorruit, maar geen zijruiten en dus kan nog altijd iemand anders de parkeerschijf wegnemen. Het is moeilijk om hieromtrent een duidelijke regel te formuleren, zonder de gebruikers van bepaalde types voertuigen te discrimineren. Best zou zijn om de gemotoriseerde 3- en lichte 4-wielers opnieuw uit dat artikel in de wegcode te halen”.

 

Betalend parkeren

In principe moeten ook berijders van gemotoriseerde tweewielers een ticketje nemen in een zone voor betalend parkeren. Maar ook hier geldt: waar moet je dat als motor- of scooterrijder bevestigen, zeker als je een motor of scooter zonder windscherm hebt. Dat stukje papier kan wegwaaien of meegenomen worden. Vancucyk: “In de praktijk hou je dat ticket zelf bij zodat je in het geval van een boete kan aantonen dat het verschuldigde parkeergeld wel degelijk werd betaald.” Kan er betaald worden via een SMS-bericht of een app dan speel je als motor- en scooterrijder beter op zeker om op die manier het parkeergeld te voldoen. Dan is er geen twijfel mogelijk. Daarom roepen we de steden en gemeenten op om algemeen over te schakelen op deze moderne manieren om een parkeerbeurt te betalen.

Nog zo een rare omschrijving in de wegcode: je betaalt per parkeervak, niet per voertuig. In de wet staat namelijk ook: “Wanneer meer dan één motorfiets binnen een afgebakend parkeervak bedoeld voor één auto wordt geparkeerd, dan moet voor dat parkeervak slechts één maal betaald worden.” Maar wat als er meerdere motoren binnen hetzelfde vak staan geparkeerd? Welke motorrijder moet dan betalen? Vandaar opnieuw ons pleidooi om specifieke parkeerzones voor motorrijders aan te leggen.

 

Motor- en scooterrijders kunnen ook kiezen om hun tweewieler te stallen in een parkeergarage. Het voordeel daarvan is dat het een bewaakte en droge omgeving is en dat de motor voor langere tijd kan blijven staan. Bij een groot aantal parkeergarages is het mogelijk om met een motorfiets binnen – en na betalen – buiten te rijden. Sommige garages hebben ook al een aparte plaats ingeruimd voor gemotoriseerde tweewielers. Maar bij andere garages zijn motoren niet toegelaten. Niet omdat men die bewust wil weren, maar omdat het detectiesysteem voor het afleveren van een toegangsbewijs afgestemd is op vier en niet op twee wielen…

 

Parking bij motorsportevenementen

Een ander parkeerprobleem voor motorrijders kan ontstaan bij het parkeren bij het bezoeken van motorsport-evenementen. “Veel organisatoren hebben al een speciale parkeerplaats voor motorfietsen, verhard en zo dicht mogelijk bij het circuit,” zegt Stijn Rentmeesters, secretaris-generaal van de Belgische Motorrijdersbond FMB/BMB. Maar het lukt niet altijd om bij motorcrosswedstrijden dicht bij het parcours een verhard terrein voor de motoren te hebben. Dan moeten die toch in een weiland geplaatst worden. De ondergrond is vaak niet hard genoeg (zeker als het geregend heeft) om een motor makkelijk op de standaard (middenbok of zijstandaard) te plaatsen. Er is de mogelijkheid van wegzakken met als gevolg het omvallen van de motor. De FMB/BMB ijvert er bij de organisatoren voor dat ze bij de motorparkeerplaatsen kleine plankjes (40 bij 10 centimeter) aan de motorrijders beschikbaar stellen. Die bieden een vastere ondergrond voor de zijstandaard van de meeste motoren.

 

Conclusie

FEBIAC en de FMB/BMB pleiten er voor dat er – zeker in steden en gemeenten – meer aangepaste parkings voor gemotoriseerde tweewielers worden voorzien. Deze voertuigen helpen immers ook om de filedruk naar de steden te beperken. Bovendien zal het wildparkeren verminderen als de motorrijders aangepaste parkeervoorzieningen krijgen. Idealiter worden deze parkings gratis aangeboden. Stijn Vancuyck (FEBIAC): “Dat kan ook eenvoudig op de bestaande autoparkeerplaatsen (mits voorzieningen zodat er geen auto meer kan parkeren). Er staan hierover richtlijnen in het handboek voor de wegbeheerders ‘Aandacht voor motorrijders in de weginfrastructuur’, dat uitgegeven is door het Belgische Instituut voor Verkeersveiligheid en waar wij aan hebben meegewerkt.”Een realistisch richtcijfer is om voor elke 20 autoparkeerplaatsen een motorfietsparking te voorzien.

Persdienst: Febiac/BMB

 

Partners

Back to top button